Fietsen in de jungle kan wel!
Nieuwsgierig naar Suriname arriveren wij met eigen fiets. Zoals we gewend zijn als vakantiefietser zoeken we bij aankomst uit welke route binnen de beschikbare tijd (11 dagen) te fietsen is. Ons wensenlijstje luidt: de natuur in, off road, met lokale mensen optrekken. Voorafgaand aan de reis worden we vooral gewezen op lange afstanden en beperkte voorzieningen – fietsen wordt ons afgeraden. De eerste dag in Paramaribo bezoeken we het kantoor van ‘Fietsen in Suriname’ . Zij denken met ons mee en leveren een prachtig maatwerkpakket.
Wij fietsen zelfstandig in drie dagen naar Nieuw Nickerie. Daar parkeren we de fiets een dag en maken we een spectaculaire vogelspot-boottocht op Bigi Pan. Rode ibissen, oehoes, kwaks, visarenden, het kan niet op. De volgende dag fietsen we nog 40 km naar de pier op Saundrin voor de afvaart naar Apoera. Bungelend in een hangmat varen we met vracht en passagiers door de nacht de Corantijn rivier af.
In Apoera ontmoeten we de volgende morgen onze gids Dustin van Fietsen in Suriname. Hij zal ons de komende vier dagen begeleiden. Tijdens de fietsdagen volgt hij ons per 4WD pick up truck, stuurt ons de goede kant op, neemt de bagage mee, helpt als de fietsen vastlopen in de rode modder van de bauxietwegen en zorgt voor versnaperingen op zijn tijd. En hij voedt hij ons dagelijks met Surinaamse maaltijden, afwisselend en zeer smakelijk. Precies wat we nodig hadden in dit voor ons onbekende gebied. Normaal fietsen we zonder ‘coach’ maar hier was het erg behulpzaam. Hoe vind je de weg in een gebied waar je dagen geen mens, laat staan een auto tegenkomt, er geen richtingsborden zijn en je kaart hooguit vage indicaties geeft over het wegennet? En aan wie stel je toch wel prangende vragen als :“Is dit een giftige slang waar we net per abuis overheen reden?” “En wat doe je als er opeens een jagoear oversteekt?”.
De eerste dag rijden we van Apoera naar Avanavero, zo’n 70 km. Al snel werd ons duidelijk dat 70 km bauxietweg minstens even zwaar is als 100 km over asfalt. Het is weliswaar de officieel de kleine droge tijd maar er valt de nodige regen. Het fietsen is een heerlijk avontuur door de klei/bauxiet-modder, door kuilen en over bruggen omringd door de geluiden van dieren.
De tweede dag blijven we in Avanavero, in een prachtig en erg comfortabel guesthouse op een eiland in de Kabalebo-rivier met brulapen in de bomen en papagaaien en toekans in overvloed. Dustin kent het bos en leert ons te voet, zwemmend en samen met de mensen waar we verblijven over het leven in het bos en de dieren. Indrukwekkend.
De derde dag rijden we van Avanavero naar Blanche Marie. Weer 70 km dwars door het oerwoud, zo vol van leven en geen mens te bekennen. Verse sporen van tapirs en jagoears, overstekende boshanen, ara’s, konijnen en arenden, geweldig.
De live-ontmoeting met de jagoear bleef uit. Andere gasten zagen hem wel vanuit de auto, maar wij vonden het minder erg: op de fiets en te voet voelden we ons toch wat ongemakkelijk bij het idee van zo’n confrontatie.
De weg van Blanche Marie naar Paramaribo is niet meer te fietsen door de staat van de wegen: de kuilen te diep en de wegen te glibberig. Met de fietsen achterop de truck hobbelen we voldaan 300 km mee terug tot de drop off. Dan resten ons nog twee dagen zelf fietsen in Commewijne.
Jawel, fietsen door Suriname kan zeker wel! Zelfs in het binnenland met deze prima begeleiding ‘op maat’.
Patricia Koster en Freerk Wortelboer, Amsterdam.